Thumbnail image

Op zondag 7 maart 2010 herdenken wij dat de Here Jezus de dochter van een Kanaanitische (of Kananese) vrouw genas van een demon, dankzij haar geloof in Jezus.
De kerkdienst begint om 8:45 uur.
Het verhaal over de Kanaanitische vrouw is terug te vinden in Matteus 15:21-28. Hierin staat het geloof in Jezus centraal. De bijbel leert ons hier namelijk dat wanneer wij met volle overtuiging geloven, hetgeen wij verlangen ook zal geschieden.

De Kanaanieten en de joden waren in de tijd van Jezus aartsvijanden van elkaar. Het was daarom ongebruikelijk dat een Kanaanitische vrouw hulp vroeg aan Jezus. Toen de vrouw Jezus om hulp smeekte met de woorden: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’ stelde Jezus haar geloof daarom op de proef door haar eerst te negeren en door haar vervolgens te beantwoorden met: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’

De vrouw hield echter vol. Ze naderde Jezus nog meer en smeekte om hulp. Jezus stelde de vrouw nogmaals op de proef door te antwoorden met: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ De vrouw toonde op deze manier haar sterke geloof aan Jezus door het volgende te zeggen: ‘Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’

Jezus aanschouwde haar sterke geloof in Hem en Hij toonde haar meteen Zijn liefde door ervoor te zorgen dat haar dochter onmiddelijk werd genezen.
Het volledige bijbelverhaal is hieronder te lezen:

En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’ Maar hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: ‘Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen.’ Hij antwoordde: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’ Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, help mij!’ Hij antwoordde: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ Ze zei: ‘Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’ Toen antwoordde Jezus haar: ‘U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’ En vanaf dat moment was haar dochter genezen.

– Mat. 15:21-28