Thumbnail image

Aanstaande zondag staat de heilige mis in het teken van de barmhartige Samaritaan.
De dienst begint om 8:45 uur.

In het evangelie volgens Lucas staat er dat een wetgeleerde bij Jezus kwam met de vraag: ‘Rabbi, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Nadat Jezus hem vroeg wat er hierover in de wet geschreven stond zei de man: ‘U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf’.
Nadat de wetgeleerde dit zei vroeg hij aan Jezus: ‘Maar wie is mijn naaste?’

Jezus antwoordde door middel van een gelijkenis. Hij vertelde over een man die aangevallen was door rovers op weg van Jeruzalem naar Jericho. Deze man – welke halfdood achtergelaten was door de rovers – werd gepasseerd door een priester. Deze priester liep met een boog om hem heen. Daarna kwam er een Leviet langs en deze liep ook met een boog om hem heen. Toen kwam een Samaritaan langs en zag de man liggen en kreeg medelijden met hem. Hij liep naar hem toe en verzorgde zijn wonden. Hij zette de man op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een herberg waar hij hem verder verzorgde. De volgende ochtend maakte de Samaritaan zich klaar om zijn reis voort te zetten en gaf de herberg twee denariën met het verzoek om voor de gewonde man te zorgen, en als het meer dan twee denariën zou kosten dat hij de herberg op zijn terugweg zou betalen.

De reden dat Jezus deze gelijkenis gaf was om aan de wetgeleerde duidelijk te maken wie je naaste is. Het is niet de priester en ook niet de Leviet in deze voorbeeld welke beide vooraanstaande Joden zijn, maar een Samaritaan die in die tijd door de Joden heel erg geminacht werd. Deze Samaritaan heeft de man geholpen. Hij zorgde met zijn eigen geld dat de man herstelde van zijn verwondingen.

Jezus wilde de wetgeleerden zo duidelijk maken dat iedereen je naaste is en dat het er niet toe doet wat je bent, maar welke goede daden je verricht.